Vliegvissen: doe je zo!

Vliegvissen zit in de lift! Dat komt doordat je met de vliegenhengel heel veel verschillende vissoorten kunt vangen: van kleine alvertjes tot mega-grote snoeken. Bovendien is het gewoon erg leuk om te doen. Marco Kraal laat aan de hand van de ‘Vissen doe je zo! met de vliegenhengel’ zien welke spullen je als beginnende vliegvisser nodig hebt en hoe en waar je het beste kunt vliegvissen.

Als je begint met vliegvissen, is een wat lichtere vliegenhengel het meest bruikbaar. De gewichtklasse wordt bij vliegenhengels meestal aangeduid in AFTMA. Voor het vissen op ruisvoorn, blankvoorn, winde en brasem gebruikt Marco Kraal een AFTMA 5 hengel en dat bevalt hem prima. Onder op de hengel komt een reel waar de vliegenlijn op zit gespoeld. Vliegenlijnen heb je in verschillende typen – drijvende en zinkende lijnen – en gewichtsklassen. Welke je kiest, is afhankelijk voor welk type lijn je hengel geschikt is. Beginnende vliegvissers gebruiken een drijvende lijn. Spoel onder de vliegenlijn altijd een volglijn (backing) op de reel. Die kun je nodig hebben als je een hele grote vis haakt. Omdat de punt van een vliegenlijn veel te dik is om een vlieg aan te binden, bevestig je aan je vliegenlijn een taps aflopende nylon leader. Aan het dunne uiteinde van de leader – een diameter van 14/00 is perfect – knoop je de vlieg.

Lees hier het hele artikel. (PDF)

De bijbehorende video's uit de serie Vissen doe je zo! check je door die hieronder aan te klikken.