Feedervissen

Als je goed hebt leren vissen met een vaste hengel, weet je hoe je een tuigje maakt, een haak aanzet en hoe je een vis moet landen en onthaken. Als je dit allemaal kunt, is het misschien leuk om ook andere manier van vissen te proberen. Met een feederhengel kun je op dezelfde vissoorten vissen als met de vaste hengel.

Feedervissen is een ontzettend leuke manier om veel witvis te vangen. Het geheim is dat je met de feederhengel zeer nauwkeurig een mooie voerplek maakt door telkens een gevuld voerkorfje op dezelfde stek te werpen. Witvisgek en VIS TV-presentator Ed Stoop laat zien waar je op moet letten.







Meer informatie over knopen en montages vind je hier.





Typisch feederderopstelling. De hengel ligt op een brede hengelsteun bij na evenwijdig aan de oever, iets wijzend richting het aas. Je kunt de aanbeten zo perfect zien en hebt alle ruimte achter je om goed aan te slaan.




Koop een zak feedervoer en meng dit in een voeremmer of teiltje met wat maden, verpopte maden (casters) of mais. Iets water toevoegen en goed mengen. In ondiep water mag het voer vrij droog en los blijven, in diep of stromend wat er mag het kleveriger zijn zodat het langer in de korf blijft.



Met de voerkorf breng je elke worp weer een verse lading voer en aas op de stek. Bouw de stek op door vier of vijf korven voer (zonder onderlijn) op de stek te werpen. Na het afzinken trek je ze met een flinke ruk leeg. Dan vissen met een gevulde voerkorf en een onderlijn met aas.

Kies een vast punt aan de overkant van het water en probeer hier zo nauwkeurig mogelijk op te mikken. In het voorjaar zijn ondiepe plekken vaak goed, in de koudere maanden kies je de diepere plekken. De diepte peilen doe je door de korf te werpen en te tellen hoe lang het duurt voordat de korf op de bodem is. Hoe langer dat duurt, hoe dieper de stek.

Heb je een goede visafstand gevonden, haak dan de lijn achter de lijnclip. Zo werp je elke keer op exact dezelfde plek. De slip van de molen mag flink strak.



Houd je hengeltop goed in de gaten. Zodra deze beweegt zit er vis bij je aas. Slaat de top verder uit, dan is het tijd om de haak te zetten.

Als het even kan neem je verschillende aassoorten mee. Ed zweert bij deze vier toppers: grote maden, kleine maden, casters (verpopte maden) en mestpiertjes (Let op: van 1 april tot de laatste zaterdag van mei geldt er voor wormen een gesloten tijd).